De tijd vliegt, Vietnam update van Peter

25 februari 2017 - Hàng Buồm, Vietnam

Een beetje gestrest zit ik in een vliegtuig dat mij naar Saigon brengt. Gestrest omdat 't vliegtuig vertraging heeft en ik niet te veel tijd heb om mijn connectie te halen. Dat wordt weer een avontuur.

Net als dat de afgelopen 2 weken een groot avontuur is geweest. En het overgrote merendeel was geweldig.

Het laatste dat ik de vorige keer meldde was dat we onze motor moesten laten maken. We hadden iemand van het hotel gevraagd ons te helpen, dus wij samen met hem op pad naar een motor reparatieshop. Die liggen ruim bezaaid over heel Vietnam langs de meeste wegen en in dorpen en steden. Blijkbaar gaat er wel eens een motor kapot in dit land. De vader van Doris wist na een korte beschrijving al wat er stuk was dus wij met een foto van 't onderdeel dat we nodig hadden en vol goede moed met de man van t hotel op pad.
Tien shops later had er nog geen reparateur ook maar naar de motor gekeken. Geen tijd leek het antwoord. De hotelman kon geen Engels en wij begonnen het zat te raken. Gelukkig wilde mannetje 11 wel helpen, voor veel te veel geld, maar we leken weinig keus te hebben en wilden snel weg.

Enkele uren later konden we eindelijk weer rijden en weer een uur later reden we langs de baai van Mui Ne. Of dat dachten we. Want de hele kustlijn is daar volgebouwd met resorts en overal liepen rood verbrandde Russen. Vanaf de weg was geen strand te zien.

Na te hebben ingechecked bij een hotel toch maar door een resort heen naar de zee gegaan. Daar werd ik op een onbewaakt ogenblik ook begroet door de ruige zee en was een golf genoeg om me een nat pak te bezorgen.
In Mui Ne hebben we heerlijk langs het strand en de zee gebanjerd. Ik heb nog een rugby wedstrijd gezien in een sport café 's avonds en we hebben heerlijk gegeten. Ik haai en Doris veel verantwoorder vegetarisch.

De volgende ochtend op tijd vertrokken naar Dalat. Een pittige rit de bergen in. We hebben ons motortje flink beproefd. Maar o, wat was die rit mooi. De drukte van t zuiden achter ons latend opende zich een Vietnam voor ons waar ik verliefd op werd. Vergezichten met alleen maar groen. Kilometers lang alleen maar prachtige natuur. Valleien vol met rijstvelden. En toen we hoger de bergen in reden meer en meer koffie plantages.
Vlak voor de hoogste pas waar we over heen moesten stopten we langs de weg waar ook een groepje oudere Vietnamezen aan 't picknicken waren. Nog geen 2 minuten nadat we gestopt waren kregen we 2 broodjes en wat vlees in onze handen gedrukt. Had ik al gezegd dat de mensen hier zo lief zijn?

Uiteindelijk zonder verdere problemen zijn we aangekomen in Dalat. En in Dalat is het koud! Hoe snel je wel niet went aan een behagelijke 30gr. Hier was het 's nachts 15gr. Gelukkig doet een extra deken en gezamenlijke lichaamswarmte wonderen.

De volgende dag gingen we met een groep de bergen in om canyonning te doen. Door een vallei, langs een stroom door de natuur te wandelen. Wat rotsen opklimmen. Wat abseilen langs een waterval en in diepe plekken van de stoom te springen. Tot wel 11 meter hoog in een spleet, uitgesleten door de stroom. Een lange dag vol adrenaline, geweldige uitzichten en heerlijk weer. Dat laatste brak me aan het eind van de op want ik verbrandde mij nek enorm. Zelfs voor Doris was het een pittige dag. Naast de inspanning houdt ze ook niet zo van hoogtes. Dat was in dit geval niet zo handig. Maar uiteindelijk zijn we veilig en wel weer aangekomen bij t hostel.

De avond hebben we voor het hostel doorgebracht met kingsen, een drankspel, met andere backbackers. En uiteindelijk zelfs t nachtleven van Dalat nog onveilig gemaakt, om uitgeput te eindigen in bed. De volgende ochtend hadden we weer vroeg ontbijt en stapte we weer op de motor. We hadden meer dan 600km voor de boeg door de bergen richting Hoi An. Dat wilden we in 3 dagen doen. Wij optimisten.

Aan het uitzicht lag het niet. Wat zijn de bergen mooi. Aan de mensen ook niet. Onderweg alle mogelijkheid voor koffie eten en rusten in een hangmat langs de weg. Maar toen we aankwamen in Dak Lak, 200km verder, was onze kont van hout, ons brommertje oververhit en alle energie op. We hadden besloten, we gaan verder met de slaapbus. De motor proppen we wel in het bagage ruim zegt Doris. En dat ging ze regelen. Een half uur lang overleggen met de dame van het hotel die alleen maar hello en thank you kende. Google translate is dan je vriend. Maar er gaat niets boven stokfiguurtjes tekenen op papier als je iets moet uitleggen. Een talent voor pictionary is geboren. Maar voor 300k dong meer (12,5euro) ging de dame regelen dat wij de volgende nacht de motor in de slaapbus mee mochten nemen voor een rit van nog 450km in een kleine 12 uur.

Dit alles betekende dat we een dag niets te doen hadden in Dak Lak. En dat gingen we doen. Uren lang koffiedrinken (daar is Vietnam en Dak Lak in t bijzonder bekend om). Streetfood tentjes afstruinen om te eten en de markt op om te kijken hoe 200km van de zee in de bakkende zon nog steeds 'verse' vis verkocht werd. We kochten nog wat eten in voor de reis en kwamen uiteindelijk met tassen en motor bij de bus aan. En de chauffeurs keken niet blij. Na wat gemopper over en weer kregen we ze zover dat de motor het ruim in getild werd. Het voorwiel moest wel gedemonteerd worden, maar die concessie wilden we wel doen.

Een slaapbus is een wonderlijk iets. Het ziet er heel relaxed uit met ligstoelen en dekentjes. We mochten samen achterin naast elkaar. We waren mooi optijd, dus wachtten we rustig op de bus om te vertrekken sfeervol verlicht door fel neon rood en blauw.
Tot de muziek aan ging. Zoveel als ik houd van Vietnam, zoveel verafschuw ik het kattengejank dat in Azië popmuziek heet. Verschrikkelijk! en het volume stond zo hard dat oordopjes niet hielpen. Ondertussen werden er clips vertoond van Aziatische pin-up voor een publiek dat op Doris en een andere vrouw na volledig uit mannen bestond.

Het werd niet minder toen de bus ging rijden. Je hebt niets aan relaxte stoelen als je door het wegdek en het rijgedrag van de chauffeur zo door elkaar geschud wordt dat je niet weet wat voor of achter is. Voor Doris was dat helaas lettelijk zo, want die werd wagenziek. 12u en 2 korte pauzes verder stopte de bus eindelijk om 5 uur 's ochtends voor ons eindpunt. Een afrit langs de expressway waar de bus ons zonder met ander verkeer rekening te houden midden op afzette. De motor en onze tassen werden uit het ruim getrokken. 't voorwiel werd vakkundig gemonteerd en met handgebaren werd ons Hoi An gewezen, dat, bleek later, nog 10km verderop lag.
Het hostel was vroege aankomsten blijkbaar wel gewend. We konden onze tassen achterlaten en vroeg de oude stad verkennen. Het enige moment dat het in Hoi An niet vergeven is van de blanke en Chineze toeristen. Ergens op een kruising vonden we onder wat zeil wat aftandse tuinstoelen en een aardige dame die ons koffie aanbood. Daarmee maak je wel vrienden met Doris. Na een tijdje kletsen vertelden we dat we wel een jurkje voor haar wilden laten maken. Dat kan goed in Hoi An. 't stadje staat bekend om de honderden kleermakers die er zitten en binnen enkele dagen iets moois in elkaar kunnen naaien. Het vrouwtje liet weten dat een vriendin van haar ook een kleermaakster was en dat ze haar erg aanraadde. Even later werden we opgehaald door t dametje dat ons zonder pardon naar haar winkeltje bracht, en ons beiden een boek met voorbeelden in de handen duwde. Ook ik moest eraan geloven. Een lang verhaal kort: na wat gewijs en overleg, een deel ferm onderhandelen en een snufje maten nemen had Doris een opdacht gegeven voor 't maken van een jurkje. En deze sucker liet zich overhalen tot het laten maken van een leren jas en een paar schoenen, en een bijpassende riem. Alles voor 270euro. Met een gevoel van spanning spraken we de volgende dag af voor de eerste fit.

Tijd voor ons om de stad te ontvluchten en in de omgeving rond te rijden. In een poging de toeristische plekken te mijden reden we een klein weggetje tussen de rijstvelden in. Dat bleek een fietspad voor toeristen. Maar niet zonder reden. Mooie uitzichten over uitgestrekte rijstvelden. Verderop richting t strand liepen we tegen het zelfde probleem aan als in Mui Ne. Overal langs 't strand resorts. Pas een kilometer of 7 buiten Hoi An vonden we een paadje naar een rustig stukje strand. Hier zouden we de volgende dag de zonsopgang gaan kijken. Uiteindelijk terug in 't hostel nog even gesocialised en gegeten om vervolgens vroeg naar bed te gaan.

De wekker stond om 5uur. Dat hebben we geweten. En de security man ook. Met veel moeite wisten we onze motor tussen alle aan elkaar vast gemaakte brommers te bevrijden. Eenmaal onderweg naar 'ons strandje' waren er al verschillende locals in de weer. Voornamelijk schoonmaken en voorbereiden op de nieuwe dag. Aan de kustlijn kwam een enkele fanatieke local langs joggen of snel wandelen en op het water zagen we wat vissersbootjes de dagvangst binnenhalen. Het was iets bewolkt maar nog steeds schitterend om te zien hoe de zon uit het water stijgt om haar plaats in de hemel in te nemen.

We waren al weer terug voor 't ontbijt klaar was. Toen we dat op hadden vertrokken we weer naar de oude stad. Die wilden we die dag verkennen. Maar na de koffie op ons 'vaste' stekje was t al weer druk met 'witten'. Wij zochten dus de rust op van de achteraf kamer van een andere vriendin van t koffievrouwtje. Doris haar nagels moesten namelijk gedaan worden. En terwijl ik wachtte mocht ik ook wel een massage. Na dit tot rust komen waren wij helemaal klaar om de stad weer te ontvluchten. 's avonds zijn we nog wel even terug gekomen voor de lampionnen die overal hingen en de nachtmarkt, maar het disneyland gevoel werd er eigenlijk alleen maar groter van. Het meest autentieke dat ik kon vinden in t stadje waren enkele foto's van het stadje uit de jaren 50 die in een kerk achteraf aan de muur hingen.

De volgende na het ontbijt en ons koffieritueel was 't tijd de kleren die voor ons gemaakt waren te passen. De schoenen waren meteen goed. Aan de jurk en de jas moest nog wat vermaakt worden. Aan het eind van de middag klaar zei 't naaivrouwtje. Precies genoeg tijd voor ons om de overblijfselen van de tempels van My Son te bekijken.

My Son ligt een klein uur rijden van Hoi An en is een van de best bewaard gebleven tempel complexen van de Cham. Het is minstens 1600 jaar geleden ontstaan en is ruim 1000 jaar bewoond geweest en uitgebreid. Een schitterend gebied in de bergen met 72 bouwsels in verschillende condities en een prachtig verhaal van koningen en hindu goden. We hebben uren rondgewandeld en genoten van de relatief rustige omgeving. Een schreeuwerige Amerikaanse daar gelaten die zich openlijk afvroeg waarom er zoveel kapot was. Blijkbaar had ze het bordje 'bomkrater' gemist. Zo had een 28 meter hoge bakstenen tempel de inslag van een Amerikaanse bom uit de Vietnam oorlog niet overleeft. Foto's van het enorme gebouw vonden we in het museum dat onderaan de berg lag. Met uitleg over de vereerde goden, het koningen die t bouwden en de moeite van verschillende archeologen om het verval te herstellen. Ik heb elk woord en beeld in me opgezogen. Doris kwam erachter dat haar focus precies 45min vast te houden is. Dus ik heb haar maar een korte samenvatting van de rest gegeven.

Onderweg terug aten we langs de weg waar het vol liep met kinderen terwijl we aten. Zij spraken een paar woorden Engels die ze graag op ons uit probeerden. Maar verder dan namen, die voor ons dan weer niet uit te spreken zijn, en voetbal, de nationale sport, kwamen we niet.
Terug in Hoi An waren onze kleren klaar, sprongen we op onze motor en vertrokken we naar Da Nang. De stad waar ik 2 dagen later afscheid zou nemen van Doris. 't kwam zo toch steeds dichterbij.

In Da Nang hadden we een homestay geboekt. Locals die hun huis openstellen voor toeristen die een meer inheemse ervaring willen. Nu was onze homestay duidelijk ingericht op het ontvangen van die toeristen. Goed Engels sprekende mensen, een goed bed in een schone kamer. We hadden niets te klagen. Ook Da Nang was leuk. De stad heeft in 20 jaar 7 bruggen gebouwd over de rivier die door de stad loopt en elke brug heeft z'n eigen identiteit. En juist deze avond zo de drakenbrug zijn vuur en water spuwen, zo vertelde onze gastvrouw. Bij de brug was het een drukte van jewelste. Veel Vietnamezen wachtten op het moment onder het genot van eten en muziek. De lantarens hadden rode lichten in de vorm van hartjes en ook de ogen van de draak waren hartvormig. Er was zelfs een local die vroeg of hij met Doris op de foto mocht die mocht posten op facebook als zijn nieuwe vriendin. Dat zijn directe concurrentie ernaast stond en zeker een kop groter was, wat in NL niet zo snel gebeurd, deerde hem niets.

Foto's gemaakt en een plaatsje gezocht om t tafereel te bekijken verbaasde ik me nog over de motoren die 5 rijen dik op de weg geparkeerd stonden alsof het geen drukke 6 baans doorgaande weg was. Het 7 minuten durende vuur en water spektakel stak schril af bij wat er allemaal omheen gebeurde. En binnen 5 minuten nadat het over was waren de straten leeg alsof er niets gebeurd was. Wij hebben onze verbazing weg gedronken in een café aan de rivier. Daarna zijn we met een paar nieuw gemaakte Britse vrienden nog op stap geweest. Uiteindelijk was er een taxi naar huis en een heerlijk bed.

De laatste volle dag wilden we de Hoi Van pas bekijken. Deze pas werd door het autoprogramma Top Gear gedoemd tot toeristen en backpacker trekpleister. Daar moesten we even moed voor in drinken, dus vlak voor we de berg op gingen doken we een woonwijk in waar de ikea waarschijnlijk niet thuis bezorgd. Op de motor door steegjes van nog geen meter breed door een chaos van ongenummerde maar kleurrijke huisjes. Overal waakzaam blaffende honden en ergens in het midden een koffietentje met een zeer verbaasde uitbater. Nadat we koffie besteld hadden (met ijs, zonder suiker en a little milk) gingen we zitten en merkten we weer dat 't wat drukker werd. Als aliens werden we van een veilige afstand gade geslagen door de rest van 't dorp. Ik schat zo in dat de meeste backpackers deze afslag niet namen.

Onze weg terug vindend door de smalle straatjes kwamen we weer aan de voet van de berg waar we een gestage stroom aan witte motorrijders vanaf zagen komen. Toen we eenmaal naar boven reden hadden we haast alleen nog oog voor het schitterende uitzicht over de baai en de stranden van Da Nang, dat niet onterecht het Hawaï van Vietnam wordt genoemd. Wat was dat mooi zeg. Een geweldige route die helemaal naar Hue, 130km naar het noorden door gaat. Wij reden alleen de 15km naar de top van de pas en die was al adembenemend. De toeristische rustplaats vermijdend reden we een karrespoor verder de berg op in de hoop op een nog mooier uitzicht. We vonden wel een koe met een kalf dat daar los rond liep in de schitterende natuur, maar de vele bomen ontnamen ons het zicht op de weidse oceaan.
Misschien konden we dan naar een van de parelwitte stranden die we onderaan de berg zagen. Met een beetje moeite en geluk vonden we een afslag naar een klein koffie tentje. Na wat entree te hebben betaald mochten we kiezen tussen de afdaling naar de rotsenbranding aan de ene kant, of het parelwitte zandstrand aan de andere kant.

Het was een steile afdaling over een klein paadje door het struikgewas. Hier en daar was een trap gefabriceerd uit stenen en zakken zand. Toen we de laatste bomen passeerden hadden we een onverhinderd uitzicht op een zee die tegen grote rotsblokken kapot sloeg. Met veel geklauter vonden we een rots in het water waar we veilig op konden zitten. De schuimende koppen van de golven die om ons heen kolkten. Met niemand anders om ons heen dan een klein bootje verder in de baai. We vroegen ons af of het zandstrand ook zo rustig zou zijn we hadden geen andere motoren gezien bij de ingang. We vroegen ons vooral af of we bij dat andere strand konden komen zonder eerst weer omhoog te klimmen, maar om de zee te volgen en langs de rotsen naar de andere kant te hiken.
Een half uur later waarin we over grote rotsen klommen, ondiepe grotten vonden, krabbetjes opgeschrikt weg zagen vluchten en de zee onvermoeid op de rotsen in zagen slaan, stonden wij uiteindelijk met onze voeten in zand. Een uitzicht over een parelwit strand waar niemand anders was dan een local op een schommel die ons, toen we dichterbij kwamen, wat drinken aanbood. De man wees ons een bamboe bed in de schaduw en na onze inspanningen dronk ik de lekkerste cola genietend van het mooiste uitzicht dat ik me kon bedenken in gezelschap van het mooiste meisje waar ik dit moment niets liever mee wilde delen.

Die avond terug in het homestay kregen we een kookles van onze gastvrouw. Aten we heerlijk en veel te veel en gingen we vroeg naar bed. De dag erop was mijn vlucht terug naar Saigon aan het begin van de avond pas, dus we hadden nog een hele dag.

Tijd om Da Nang stad te verkennen. We parkeerde onze motoren bij de gotische kathedraal die perzikroze was geschilderd. We dronken wat koffie en liepen verder naar het museum voor beelden en kunstwerken uit de Cham cultuur, dezelfde als degenen die My Son hadden gebouwd en we testten de concentratie van Doris weer (precies 45 minuten). Terug bij de motor werden we onaangenaam verrast dat op de laatste dag van mijn verblijf iemand het nodig vond onze helmen voor onbepaalde tijd te lenen. Zonder helm rijden in Vietnam is verboden en daar controleert de politie best streng op (niet dat de meeste van de helmen die ik gezien heb ook maar voldoende bescherming biedt tegen iets, maar toch...). En natuurlijk was er in geen velden of wegen een helmen winkel te vinden midden in de binnenstad. Gefrustreerd stapten we dus toch op de motor om verderop een helmenshop te zoeken. Binnen 5 minuten dat we zo aan het rijden waren wuifde een motor reparatie mannetje naar ons dat we een helm moesten hebben. Dat heeft hij geweten. We draaiden om en legden hem in onvervalt gefrustreerde gebarentaal uit dat ons helmloos bestaan niet onze keuze was. Toen dat eenmaal duidelijk was waren we snel 200k dong (€8,5) armer en 2 twedehands helmen rijker waarvan 1 een niet meer was dan een te kleine roze potdeksel.

Na dit avontuur werd het tijd om nog wat eten voor onderweg te kopen en afscheid te nemen op het vliegveld. Een raar en moeilijk moment waar we beiden tegenop keken. Maar met veel nieuwe mooie gezamenlijk herinneringen en in de wetenschap dat ze nog maar 8 weken weg blijft, is het dragelijk.

Rest mij mezelf alleen nog te verontschuldigen voor de veel te lange tekst. Uiteindelijk had ik meer tijd om te typen dan ik wilde. De vertraging van het vliegtuig is zover opgelopen dat ik mijn aansluiting miste en nog een nacht in Saigon door moest brengen. Gelukkig was ik goed verzekerd en ben ik een dag later (in de ochtend voor de storm) toch veilig thuis gekomen. Nu wachten tot Doris me volgt.

Foto’s